Migratie en geloof
Een rode draad
Het boek van de BV’s
Heb je ze al gezien? Al die BV’s in onze Bijbel. Gods Woord staat vol met Bekende Vluchtelingen, van Adam tot David en van Abraham tot Jezus. Het begint na verloop van tijd echt op te vallen: het loopt als een rode draad door de Bijbel. Mensen die gedwongen worden hun (t)huis te verlaten. Het is misschien wel het overkoepelende verhaal: de mens op de vlucht op zoek naar een thuis.
Op drift
Adam en Eva worden uit het paradijs gezet. De eerste mens moet gedwongen zijn thuis verlaten. Daar begint het verhaal van de mens op de vlucht. Weg uit het paradijs en op zoek naar zijn bestemming. Wat volgt is een verhaal van talloze geloofshelden die worstelen met het zijn van vreemdeling op aarde en het uitzien naar het Beloofde Land (Heb 11:14-16).
Geloofshelden
We komen Abraham en Isaak tegen die vluchten voor honger. Jakob die vlucht voor zijn broer en Jozef die als slaaf wordt verhandeld en zo zijn thuis moet verlaten. Vervolgens zijn daar David die vlucht voor Saul, het volk Israël dat wordt gedeporteerd met Daniel als verpersoonlijking. In het Nieuwe Testament is het Jezus die als kind vlucht naar Egypte en de eerste gemeente die uit Jeruzalem vlucht na de vervolging die Saulus start.
Als je beseft dat zoveel geloofshelden leefden als vreemdelingen en vluchtelingen is het ook volkomen logisch dat we lezen over God: ‘’Die recht verschaft aan de wees en de weduwe, Die de vreemdeling liefheeft door hem brood en kleding te geven’’ (Dt 10:18). Of elders: ‘’De HEERE bewaart de vreemdelingen… ‘’ Ps 146:9.
Geroepen
Vanuit die intrinsieke Goddelijke liefde vloeit de oproep aan Gods kinderen om de vreemdeling lief te hebben: ‘’De vreemdeling die bij u verblijft, moet voor u zijn als een ingezetene onder u. U moet hem liefhebben als uzelf…’’ Lv 19:34. In het Nieuwe Testament weerklinkt deze oproep onder andere in het verhaal van de Barmhartige Samaritaan en de oproep in Hebreeën 13:2 om ‘’de vreemde lief te hebben’’. Dat is de letterlijke vertaling van wat we vaak lezen als ‘’gastvrijheid’’ in onze Bijbel.
Juist in deze tijd moeten we als christenen opstaan voor het recht van de vluchteling. Juist nu moeten we tegen de stroom in gaan en het goede doen voor hen die onze hulp nodig hebben. Juist nu moeten we ons niet terugtrekken in onze christelijke burchten (kerken) maar uitgaan naar de hoeken van de straten. Laat de oproep van Jeremia diep tot je doordringen.
Geen religie
‘’Stel uw vertrouwen niet op bedrieglijke woorden: De tempel van de HEERE, de tempel van de HEERE, de tempel van de HEERE is dit! Als u echter uw wegen en uw daden werkelijk betert, als u werkelijk recht doet tussen iemand en zijn naaste, als u de vreemdeling, de wees en de weduwe niet onderdrukt, geen onschuldig bloed in deze plaats vergiet, en geen andere goden achternagaat, uzelf ten kwade… ‘’Jer 7:4-6.
Keren we ons net als het volk van Israël destijds naar binnen (tempel, kerk)? Of gaan we vanuit onze bediening als heilige priester (1 Petrus 2) naar buiten als koninklijke priester de wereld in om het goede te doen en de vluchteling gastvrij te ontvangen? We zeggen het zo gemakkelijk: ons geloof is geen religie maar relatie. Laten we dat volledig waarmaken en in relatie gaan staan met de nood in de wereld om ons heen!
Volgende artikel: https://gaveveste.be/migratie-en-geloof-conclusie-actie/